Je kan zeggen dat die generatie PDA’s de eerste smartphones waren, slimmere telefoons, geavanceerde telefoons die draaien op een speciaal ontworpen besturingssysteem. PDA’s kenden eigenlijk geen fun-factor, en waren vooral erg functioneel, zakelijk gezien.
Apple kwam eigenlijk met de eerste smartphone die juist helemaal gericht was op de particuliere markt, de iPhone. De eerste iPhone werd in 2005 op de markt gebracht, en pas rond 2010 waren andere telefoonmerken in staat om concurrerende modellen op de markt te brengen. Apple heeft met de iPhone de standaard gezet voor de huidige generatie smartphones. Een smartphone van deze tijd moet kunnen bellen, sms’n, internetten (overal), gamen, muziek afspelen (ook radio), foto’s en filmpjes maken, agenda beheren, een gps bevatten en at the end moet je alles kunnen synchroniseren met de bijbehorende applicaties op je computer.
Een iPhone is een smartphone, maar een smartphone is tegenwoordig niet per se een iPhone.